Prins Bernhard van Oranje groeide uit tot het symbool van de oververhitte huizenmarkt in Amsterdam. De ‘pandjesprins’ is nog altijd het voorbeeld van een belegger de stad onbereikbaar maakt voor jonge huizenzoekers. Is dit terecht?
Waar ze ineens vandaan komen, weet niemand, maar in het voorjaar van 2019 hangen ze overal in Amsterdam: posters met daarop de afbeelding van prins Bernhard van Oranje. Het portret van de prins is duidelijk herkenbaar, al was het naar vanwege zijn buitenproportionele bril. Onder het koninklijk gezicht staat de tekst: ‘nu in Amsterdam, Prins Bernhard. De prins met 349 huizen. Geen sprookje.’
De golf aan posters is het hoogtepunt, of dieptepunt, van de publicitaire ramp waarin Bernhard, zoon van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven, vanaf eind 2017 is beland. Hij is uitgegroeid tot nationale pandjesprins. Het begint allemaal met publicaties in Het Parool waaruit blijkt dat de neef van de koning en zijn vrienden niet alleen een groot pakket huizen bezitten, zowel privé als via een vastgoedbedrijf, maar ook dat zij bij de verhuur daarvan regels overtreden. In een aantal huizen wonen teveel huurders zonder vergunning. Bovendien mag een aantal huurders zich niet inschrijven, om zo de overtreding van de gemeentelijke regels te maskeren. Uiteindelijk legt de gemeente Bernhard en zijn partners een last onder dwangsom op.
De gemeente legt prins Bernhard een dwangsom op
Het boek Zakenprins, over de jacht naar succes van Bernhard van Oranje, dat onlangs uit kwam, reconstrueert hoe Bernhard vervolgens uitgroeit tot hét symbool van de oververhitte huizenmarkt in Amsterdam. Zijn afkomst speelt hierbij een grote rol. Dat een prins zoveel vastgoed heeft, wekt al verbazing. Dat hij de regels van de gemeente overtreedt bij de verhuur hiervan en een dwangsom krijgt opgelegd, zorgt voor maatschappelijke ophef. Een prins heeft tenslotte een voorbeeldfunctie. Een tweede reden is een politieke. De Amsterdamse gemeenteraad is nogal progressief en een aantal linkse partijen wil de problematiek op de huizenmarkt en de opkomst van kapitaalkrachtige beleggers aan de orde stellen, maar dit slaat in 2017 nog niet aan. De ophef over de ‘pandjesprins’ is voor links Amsterdam een geschenk: ineens krijgt de problematiek een gezicht. En wat voor een: een prins in vastgoed. Amsterdamse partijen wakkeren de ophef nog eens aan door de rol van Bernhard in de gemeenteraad aan de orde te stellen en door opiniestukken te publiceren.
Een derde factor in de oplaaiende ophef is de laconieke houding van de prins. In de huizenaffaire laat hij na afdoende te reageren of zijn standpunten uiteen te zetten. In plaats daarvan beklaagt hij zich over de publicaties en de lokale politiek. Hij voelt zich gepakt, alleen maar omdat hij een prins is, zo zegt hij tegen zijn zakenpartners, die hem niet tegenspreken. Hij wordt uitgenodigd door de gemeenteraad voor een hoorzitting, maar komt niet opdagen. Zijn woordvoerder dringt er bij Bernhard op aan de gemeenteraad middels een nette brief te bedanken, maar de prins kiest voor een kort mailtje, waarin hij meldt zich niet kundig genoeg te achten. De Amsterdamse politiek maakt dankbaar gebruik van dit onattente mailtje: hoe kan een prins met honderden panden beweren dat hij geen verstand heeft van de woningmarkt? In plaats van de boel te sussen, gooit Bernhard extra olie op het vuur. De landelijke pers rukt uit naar de Amsterdamse gemeenteraad en lokale politici mogen voor de camera uitleggen hoe onwaarschijnlijk ze het vinden dat een prins met meer dan honderd panden niet deskundig is.
Uit het boek ‘Zakenprins’ blijkt dat Bernhard als ondernemer vaker de grenzen opzoekt. Hij besluit vastgoed te ontwikkelen in Servië, ondanks rapporten dat corruptie daar veel voorkomt. Als prins stapt hij in volle bewustzijn in een mijnenveld en doet hij zaken met Servische partners die later worden vervolgd voor onder meer witwassen en andere schimmige zaken. In Nederland raakt hij, als aandeelhouder van radiostation WildFM, betrokken bij faillissementsfraude. Dat hij als prins onder een vergrootglas ligt, doet voor Bernhard niet ter zake: hij wil erkenning als zakenman die het op eigen kracht maakt.
Prins Bernhard raakt betrokken bij faillissementsfraude
In de discussie over de woningmarkt duikt de naam van Bernhard tot de dag van vandaag op. Hij is tenslotte de bekendste belegger van Nederland en zijn beroepsgroep staat al een tijd ter discussie. In Amsterdam, maar inmiddels ook in Rotterdam en andere steden, spelen beleggers inmiddels een belangrijke rol op de woningmarkt. Ze kopen huizen op, splitsen die in appartementen en kamers die ze verhuren aan expats of jongeren. Hiermee verstoren ze de markt. In Amsterdam neemt inmiddels het aantal koopwoningen af, terwijl de gemeente er veel bijbouwt. Het tempo waarin beleggers koophuizen omzetten in huurwoningen is niet bij te benen. Of dit een goede of slechte ontwikkeling is, hangt af van het perspectief. Aan de ene kant maken starters die een koophuis zoeken, minder kans, maar de stad telt wel meer huurwoningen. Waarbij aangetekend dat veel beleggers de hoofdprijs vragen aan jonge huurders in de stad. De prijzen en de huren lopen hierdoor op.
Vaststaat dat gemeenten de regie over de woningmarkt kwijt zijn. Ze proberen de koopmarkt te versterken, maar moeten toezien hoe beleggers daar weer het nodige van af snoepen. En zo bepalen beleggers en niet de gemeente hoe de woningmarkt in elkaar steekt. Aangezien de woningmarkt bepaalt wie wel en niet in de stad kunnen wonen, is dat een ingrijpende ontwikkeling. Dat gemeenten naar middelen zoeken om beleggers te dwarsbomen en de regie op de woningmarkt terug te pakken, is begrijpelijk.
Bernhard voelt zich inmiddels ‘de mascotte van de woningmarkt’. Niemand wordt graag beoordeeld op zijn naam en afkomst. Maar als prins neemt hij nu eenmaal een bijzondere positie in, die maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Geen enkele belegger mag regels overtreden en kwetsbare huurders uitbuiten, een prins al helemaal niet. Geklaag daarover is ongepast.
- Zakenprins, de jacht naar succes van Bernhard van Oranje.
- Auteurs: Michiel Couzy & Maarten van Dun
- Uitgever: De Bezige Bij
- ISBN: 9789403120218
- Prijs: 22,99 euro
Pandjes prinsen, pandjesbazen en de hebzuchtige slumlords van Amsterdam e.c. (en co) met hun stichtinkjes oplichting; de moderne belasting ontwijkers etc. horen anno 2022 in verband met huidige wooncrisis in te tomen en huizen terug te geven aan het volk waar ze dus overduidelijk geen ene moer om geven! Geven alleen om zichzelf en hun vriendjes met gestolen portemonnaies; verkregen over de rug van de huurders. Huisuitzettingen aan de orde van de dag; ellelange wachtlijsten; desbetreffenden lachen eenvoudig de ellende van anderen weg, zijn ook sadistisch blij als door hun toedoen mensen komen te overlijden. Deze figuren profiteren maximaal van de wooncrisis; zijn corrupt en in feite een schande voor de maatschappij waarvoor ze blind zijn. Ze handelen louter uit eigen belang; hier hoort direct een einde aan te worden gemaakt. Ontwaakt daarom en verander de gang van zaken zsm.